Het voormalig kasteel Delwijnen

 

 

Delwijnen wordt voor het eerst vermeld in het jaar 1205 als Dilewine. In het verleden hebben er verschillende belangrijke ridderhofsteden gestaan, zoals Huize Engestein, dat in 1442 wordt genoemd. Het werd van 1593 tot 1665 bewoond eigendom van een tak van ons geslacht De Cocq van Delwijnen (Geld.leenreg.nr.303).

 

De Hofstad “Den Nyencamp” wordt al in 1403 vermeld en is van 1486 tot 1724 eveneens bewoond eigendom geweest van de familie De Cocq van Delwijnen (Geld.leenreg.nr.302a). In het jaar 1445 worden landgoederen “De Rampert” en het “Delwijnse Loo” vermeld.

 

Het “Hoge Huys” of  kasteel Delwijnen is vermoedelijk gebouwd in de jaren rond 1360. In 1462 wordt Arnt III de Cocq van Delwijnen hiermee beleend. In 1484 volgt de belening aan zijn zoon Arnt, de jonge. De laatste belening was in het jaar 1513 aan Arnt de Cocq Dulsz, als voogd van Jan de Cocq van Delwijnen.

 

 

 

 

Kasteel Delwijnen 1632, getekend door J. Stellingwerf ca 1723. Uit Historische Topografie, www.bertkolkman.nl .

Bij het vinden van deze afbeelding moet nu snel een oplossing worden gevonden om verder onderzoek in gang te zetten.

Voor de gemeente Delwijnen en omstreken is dit de vinding van de eeuw.

 

 

Aan de hand van luchtfoto’s  is de fundering nog duidelijk te zien. Er worden nog steeds op de plaats waar het kasteel heeft gestaan stenen gevonden. Er is de laatste jaren nogal wat te doen geweest met de grond waarop het kasteel heeft gestaan. Aan de ene kant wilde de eigenaar van de grond zijn bedrijf uitbreiden en aan de andere kant wilde men het gebied tot natuurhistorisch monument verheffen.

 

Al in 1991 wilde de eigenaar van de grond de kasteelheuvel egaliseren voor kassenbouw (Brabants Dagblad, 10-7-1991).  Op 18 maart 1994 schreef dezelfde krant: “Kasteelheuvel Delwijnen mogelijk uniek”.

 

Tijdens de procedure om er een rijksmonument van te maken is de kasteelheuvel van Delwijnen toch door de tuinder afgegraven (idem, 26-11-1994).

 

 


 

 

Het kasteel is gebouwd op een heuvel, aangebracht met de grond die vrijkwam bij het graven van een gracht in de vorm van een rechthoek De gracht was 15 meter breed. De bakstenen die bij de bouw van het kasteel werden gebruikt hadden een afmeting van maar liefst 28 x 13,5 x 6,5 cm. Het terrein is vrij groot.

 

Het is geen motte-kasteel, maar “een vroege vorm van een verhoogd en omgracht  kasteelterrein uit het laatste kwart van de 13e eeuw, dat aan een zeer aanzienlijk heer toebehoord moet hebben”. De afmeting aan de basis van de heuvel bedroeg 47 meter in doorsnede. Het plateau had een doorsnede van 27 meter!

 

De woontoren was ongetwijfeld van forse afmetingen. Dat geldt ook voor die van het terrein en de brede gracht en geven hiermee een defensieve functie aan.

 

 

 

 

 

 

Rechtsboven is te zien waar het kasteel (“De Poort” in de volksmond) heeft gestaan.

 

(Verkort uit: “Conclusie Onderzoek in de kasteelheuvel van Delwijnen”, van de R.O.B.,

te Amersfoort, door M.J.A. de Haan en M. Krauwer, 3 mei 1994.)

 

                                                          


 

 

 

 

 

 

Betekenis bij het plattegrondje:

 

Kokkenhof

 

In de hoek van de Delwijnse  kade en de Delwijnse straat ligt ‘de Kokkenhof’. De naam Kokkenhof is terug te voeren tot het geslacht  De Cocq van Delwijnen, dat Delwijnen in bezit had. 

 

Kasteel ‘De Poort’

 

Ten zuiden van de Delwijnse Steeg lag ten oosten van de chrysantenkas een restant van een kasteelheuvel. In de volksmond had dit kasteel de naam ‘de Poort’. Op een kaart van 1832 staat nog een stuk ruïne getekend. Het oostelijke deel van het perceel heeft ook de perceelsnaam ‘De Poort’ en het perceel  ten zuiden daarvan heet ‘het Brugland’. Vanaf de Kapelstraat liep er een pad naar het kasteel.

 

De Kapel

 

De kapel heeft volgens een inwoonster van de Kapelstraat gestaan op de hoek van de Kapelstraat en het pad naar kasteel ‘De Poort’ (perceel 517). Bij het graven van  een schuilkelder trof de bewoner van het huis ernaast  botten aan. Blijkbaar lag er achter de kapel ook nog een kerkhof.

 

(Uit: Dorpswandeling Delwijnen / J. Bervaes en D. van der Kaay, 2000.05.27)

 

 

Aantekening bij kasteel “De Poort” en “De Kapel”.

 

Een akte zegt hierover:

 

“Een huis ende hofstat, gelegen in den gerichte van Delwijnen, met sijnen utersten cingel-grave, item 3,5 mergen lants, daerbij ende bij der gemeynte, roerende an d’een sijde WilnerArnt Cocks uuterste cingelgrave ende den lande geheiten “Oeverrycke”, daar die Capel op staet, ende an d’ander sijde die gemeyn strate tot eenen Zutphenschen rechte”.

 

(Gelders leenregister (302a).