Kinderen van Joannis en Aldegondis van Gameren (XVII b-2):

 

 

 

XVIII   a - 1        Jhr. Gisbertus (Gijsbertus) de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 14-5-1734.

                            Hij is op jonge leeftijd overleden.

 

                            Doopgetuigen:  Jonkheer Christianus de Cock van Delwijnen

                            en Domicella (Jonkvrouwe) de Cocq van Delwijnen.

 

 

 

XVIII   a - 2        Jkvr. Georgia de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 6-11-1735.

                            Zij is op jonge leeftijd overleden.

 

                            Doopgetuigen:  Jonkheer Joannes de Cocq van Delwijnen

                            en Domicella (Jonkvrouwe) de Cocq van Delwijnen

 

XVIII   a - 3         Jhr. Egbertus de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 23-2-1736,

                            op jonge leeftijd overleden.

 

                            Doopgetuigen: Joannes de Cocq van Delwijnen

                            en Anna de Korty.

 

 

XVIII   a- 4         Jkvr. Georgia de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 31-1-1736,

                            overleden Heesselt 21-2-1819

 

                            huwt Heesselt 21-8-1768 (haar neef)

 

                            Gerardus de Cocq van Delwijnen

                            (zn.v.Stephanus en Adriana Oliviéra Steukers (XVIII b-2)

                            geb. .. Wamel 15-11-1743, † Varik 7-2-1815

 

                            Doopgetuigen bij Georgia: haar ouders

                            Joannes de Cocq van Delwijnen en Aldegondis

                            de Cock van Delwijnen [-van Gameren].

 

 

Georgia en Gerardus verkopen aan Martinus van de Geyn, landman te Varik, een huis met alles wat daarin aard en nagelvast is, met erf en bepoting, groot tezamen ca 21 ares en 29 centiares, of 1½ hont, staande en gelegen in de Keizersstraat te Varik, voor de somma van 525 Franse francs of 250 Nederlandse guldens. (Not.Arch.Tiel, acte nr.93, 8-3-1813). 

 

 

 

 

 

 

XVIII   a - 5         Jkvr. Margaretha (Grietje) de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 14-5-1739,

                            begraven te Driel 6-6-1780

 

                            huwt (Geref.) 8-5-1768 te Varik

 

                            Jacobus Sars

                            (zn.v.Matthijs en Geertruyd van Alem)

                            geb. .. gedoopt (R.K.) Driel 13-9-1738,

                            overleden te Driel 29-4-1813.

                            (Jacobus hertr.27-5-1781 Christina Brouwers).

 

                            Doopgetuigen bij Grietje: Antonius van Gameren en

                            Joanna van Geffen. Huwelijksgetuigen: Gisbertus de

                            Cocq van Delwijnen en Joannes Sars.

 

 

XVIII   a - 6         Jhr. Gisbertus Johannes (Gijsbert) de Cocq van Delwijnen, volg XIX  a - 1

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 23-9-1740,

                            overleden vóór november 1818 te Heesselt

 

                            huwt 5-2-1782

 

                            Margaretha (Grietje) Versteegh

                            (dr.v. ..           en ...                 )

                            geb. .. 1753 te Waardenburg, † Driel 27-1-1838.

 

                            Doopgetuigen bij Gijsbertus: Antonius van Gameren

                            en Joanna van Geffen. Huwelijksgetuigen: Antonius

                            van Gameren en Geburgia [Georgia] de Cocq van

                            Delwijnen.

 

Gijsbert treedt 27 maart 1818 op als landeigenaar en poldermeester van Heesselt. Hij en zijn vrouw Margaretha bezaten vele goederen.

 

Margaretha verkoopt 25 november 1818 ten hare huize te Heesselt met de gezamenlijke erfgenamen van wijlen haar zoon Dirk de Cocq van Delwijnen, meubilair en andere roerende goederen, waaronder:

 

-          9 koperen pannen en ketels voor   (de duurste was fl. 8,10)                fl.          42,63

-          1 bruin ruinspaard                                                                               ,,          91, --

-          1 bruin merriepaard                                                                            ,,        185, --

-          1 bruin idem                                                                                       ,,        180, --      

-          1 bruin blest paard                                                                             ,,         140, --

-          1 bruin hengstveulen                                                                            ,,         55, --

-          1 blest merriepaard                                                                             ,,       150, --

-          1 zwart merriepaard                                                                            ,,       160, --

-          1 blest beste melkkoe                                                                          ,,        70, --

                                                                                       

                                                                                        Totaal                     fl.    1073, --

 

 

 

 

  

“H. Bakker, volgens testament van Maria Rosenburg wed. W. van der Horst. Die 1300 Guld. is vervallen op Grietje Versteegh mijn vrou, om die komen te voldoen met den 10 Januari 1808 en met den intrest van dien.

 

Blijven met alle agting

 

Heesselt den                    Dw Dienaar,

2 Novemb. 1807             Gijsb. De Cocq van Delwijnen”.

                

 

 

 

 

 

 

 

Vordering van Gijsbert de Cocq van Delwijnen op de erven van Maria Rosenburg

Cornelis van de Laar, echtgenoot van Aldegondis de Cocq van Delwijnen (XIX c-1), had een groot aandeel in de aankoop van het vee. (Not.Arch.Tiel, acte nr.195,25-11-1818).

 

Op 10 december 1818 erven de neven en nichten van Margaretha (Grietje) Versteegh, te weten: Cornelis, Dirk Jan, Maaike en Cornelia, ieder een bedrag van 400 gulden. Verder legateert Margaretha aan de R.K. Pastorie te Varik een somma van 600 gulden, “welk kapitaal zal komen onder de administratie van zijne hierna te benoemen administrateurs hun leven lang gedurende en bij overlijden van dezelve, welke somma van 600 gulden tot een vruchtdragend fonds zal worden aangelegd, om te worden aangewend aan de tijdelijke pastoor van Varik om daarvoor H.Missen te lezen voor de rust der zielen van mijn man en kinderen en van mij zelve en voor de nabestaanden”.

 

De erfgenamen zijn: Schoonzuster Georgia de Cocq van Delwijnen, weduwe van Gerardus (Gradus) de Cocq van Delwijnen, Steven de Cocq van Delwijnen, landman te Driel, Jan de Cocq van Delwijnen, zoon van Gradus, landman en wonende te Rossum, Gijsbert de Cocq van Delwijnen, landman te Driel, Egidius (Egon) de Cocq van Delwijnen, landman te Sluis (Vlaanderen), Allegonda de Cocq van Delwijnen, huisvrouw van Cornelis van de Laar te Heesselt, Willemina de Cocq van Delwijnen, huisvrouw van Gijsbert van Ewijk, wonende te Driel. Verder Gijsbertus Sars, Jan Sars en Matthijs Sars, landeigenaars en Allegonda Sars, huisvrouw van Nicolaas de Reuver te Driel, ieder voor één tiende gedeelte.

(Not.Arch.Tiel.,acte nr.202,d.d.10-12-1818).

 

Op 16 december 1818 geeft Margaretha Versteegh volmacht aan Jan de Cocq van Delwijnen polderschout en landeigenaar en aan Cornelis van de Laar, landman, beiden woonachtig te Heesselt, om voor haar alle lopende zaken te regelen, zoals het beheren en administreren van al haar goederen; het verpachten en verhuren; het innen van alle koop- en pachtpenningen; de opbrengsten van het land in het openbaar of uit de hand te verkopen enz. enz., alles in overleg met haar en volgens de wet. (Not.Arch.Tiel,nr.203,d.d.16-12-1818).

 

Margaretha Versteegh en de kinderen van wijlen haar schoonzuster Geburgia [Georgia] de Cocq van Delwijnen, veilen 14 mei 1823 ondervermelde goederen. Hierbij zijn aanwezig:

 

 

1.         Margaretha Versteegh, weduwe van wijlen Gijsbert de Cocq van Delwijnen, landei-

            genaresse, wonende te Heesselt.

 

2.         Gijsbert de Cocq van Delwijnen, landeigenaar, wonende te Driel [gehuwd met Johan-

            na Verhaaren, XIX c-4], zo voor zichzelf, als in kwaliteit van speciale gevolmachtig-

            de van Steven de Cocq van Delwijnen, mede te Driel woonachtig, [gehuwd met Bar-

            bara den Otter XIX c-2].

 

3.         Jan de Cocq van Delwijnen, landeigenaar, wonende te Rossum en zijn vrouw Theo-

            dora Hol [XIX c-3].

 

4.         Egidius (Egon) de Cocq van Delwijnen, landman, wonende te Sluis in Vlaanderen,

            [gehuwd met Maria Francisca Bulteel XIX c-6].

 

5.         Cornelis van de Laar, landeigenaar, woonachtig te Heesselt, en zijn vrouw Aldegon-

            da (Aaltje) de Cocq van Delwijnen [XIX c-1].

 

6.         Gijsbert van Ewijk, landeigenaar, wonende te Driel, en zijn vrouw Wilhelmina de

            Cocq van Delwijnen [XIX c-5].

 

De verkoping geschiedt bij inzet, verhoging en afslag. De te veilen goederen waren gelegen te Heesselt.

 

1.         Huis, bakhuis, berg, schuur, hof en boomgaard                                     fl.  360, --

2.         ca 5 roeden en 77 ellen appelboomgaard “de Sloothof” genaamd         ,,   240, --

3.         ca 77 roeden en 96 ellen (5 hont) kersenboomgaard                            ,,   110, --

4.         ca 1 bunder [1ha], 56 roeden en 12 ellen (1 morgen en 5 hont)

            bouwland, genaamd “de Pastorie”, bezwaard met een jaarlijkse

            tijns [belasting] van 15 gulden aan de R.K.Pastorie te Varik,                ,,   400, --

5.         ca 2 bunders [2ha], 27 roeden en 9 ellen (2 morgen en 4 hont)

            bouwland, genaamd “de Reeakker”.                                                    ,,   430, --

6.         ca 1 bunder, 13 roeden en 55 ellen (1 morgen en 2 hont)

            bouwland te “Pak en Spreidijk” op Varik                                            ,,   200, --

7.         ca 85 roeden en 16 ellen (1 morgen) bouwland “de Reeakker”            ,,     10, --

8.         nihil

9.         ca 78 roeden en 6 ellen (5½ hont) bouwland                                        ,,        -, --           

10.       De percelen 1 t/m 9 in kassa, welke ingevolge het bepaalde bij

            art.2 eerst worden geveild. Ingezet bij [door] Nicolaas de Reuver

            voor  fl.  2.870, -- *)

 

*)         Verkocht aan Jan van de Zand te Heesselt voor 2000 gulden.

            (Not.Arch.Tiel,acte nr.148, d.d. 6-10-1823).

 

 

11.       Ongeveer 2 bunder, 12 roeden en 89 ellen (2 morgen en 3 hont),

            [2.03.50 ha, sectie C.nr.253] uiterwaard “de Koeweide” genaamd,

            aan de ene zijde [begrensd] door Jan van der Linden en aan de

            andere zijde door de R.K. kerk van Varik, om te aanvaarden

            dadelijk bij de slag, ingezet bij Gijsbert de Cocq van Delwijnen,

            landeigenaar, wonende te Driel, voor de somma van                            ,, 1190, --

 

12.       ca 1 bunder (1ha), 70 roeden en 31 ellen (2 morgen en 2 hont)

            uiterwaard “de Pas” genaamd.                                                             ,,   460, --

            [Deze uiterwaard is door Grietje Versteegh in 1824 gelegateerd

            aan de R.K. kerk van Varik].              

 

13.       ca 19 roeden, 1 el (134 roeden) appelboomgaard “de Leeuw”        fl.       30, --

14.       ca 99 roeden en 35 ellen (7 hond) bouwland genaamd

            “de voorste Dalwey” enz.                                                               ,,       --, --

15.       ca 85 roeden en 16 ellen (1 morgen) bouwland “de Hooiakker”      ,,       --, --

16.       ca 99 roeden en 35 ellen (7 hond) bouwland “den Appelaar”          ,,       --, --

 

            Goederen gelegen te Ophemert:

 

17.       ca 212 roeden en 89 ellen (2 morgen en 3 hond) bouwland,

            genaamd “de Pippert”                                                                     ,,       140, --

 

(Not.Arch.Tiel,acte nr.75, d.d.14-5-1823).

 

(Zie nr.11): ca 2 bunders (2ha), 12 roeden en 89 ellen (2 morgen

en 3 hond) uiterwaard “de Koeweide” genaamd, bij het proces

verbaal van provisionele toewijzing onder nr.11 omschreven,

provisioneel toegewezwen aan Gijsbert de Cocq van Delwijnen,

landeigenaar, wonende te Driel [gehuwd met Johanna Verhaaren],

voor de somma van                                                                                    fl.  1.190, --

Gijsbert heeft gehoogd met                                                                         ,,      100, --

Na gedane opveiling hoger gemijnt door [zijn oom] Jan de Cocq

van Delwijnen, polderschout en landeigenaar, voor de somma van               ,,      210, --

 

                                                                               Totaal                         fl.  1.500, --

 

“Voor welke somma van fl. 1.500,-- het gemelde perceel, aan denzelven definitief is toegewezen, die zulks heeft geaccepteerd”.

 

Het is een raadsel waarom Jan de Cocq van Delwijnen (XVIII c-3) een hoger bod deed dan zijn neef Gijsbert de Cocq van Delwijnen en “de Koeweide” op die manier in zijn bezit kreeg. Zou hij toen al de gedachte hebben gehad dit perceel land na zijn dood te willen schenken aan de R.K. kerk te Varik? Wie zal het zeggen, maar zijn neef Gijsbert (XIX c-4) zal niet blij zijn geweest toen hij zag hoe het perceel “de Koeweide” zijn neus voorbij ging. Zou Gijsbert misschien de gedachte hebben gehad de “Koeweide” voor de familie te bewaren? Dit lag wel voor de hand. Wij zullen het echter nooit te weten komen.

 

(N.B. Jan de Cocq van Delwijnen schonk “de Koeweide”, na zijn dood op 3 oktober 1824 te Heesselt, aan de R.K. kerk van Varik).

 

(Zie nr.13): 19 roeden en 1 el  (134 roeden) appelboomgaard

“de Leeuw” genaamd, is provisioneel toegewezen aan Jan van

de Zand voor de somma van                                                                      fl.       30,--

Na gedane opveiling hoger gemijnd door Jan de Cocq van Delwijnen          ,,         4,--

                                                                                    Totaal                    fl.       34,--

 

“Voor welk bedrag genoemd perceel aan Jan de Cocq van Delwijnen is toegewezen, die zulks heeft geaccepteerd en tot zijn lastgeefster benoemd en opgegeven Catharina van Heusden, weduwe van Peter Donkers en heeft Jan de Cocq van Delwijnen zich gesteld als borg voor de betaling van de kooppenningen”.

 

Nr.       14.       niet doorgegaan

 

Nr.       15.       ca 85 roeden en 16 ellen (1 morgen) “de Hooiakker”

                        genaamd, is gekocht door Jan van de Zand en Martinus

                        van de Geyn voor de somma van                                                 fl.  70,--

 

Nr.       16.       ca 99 roeden en 35 ellen (7 hont) “den Appelaar”, is

                        gekocht door Martinus van de Geyn voor                                     fl.  90,--

 

Nr.       17.       Ca 212 roeden en 89 ellen (2 morgen en 3 hont)

                        bouwland “de Pippert” genaamd, is verkocht aan

                        Gijsbert Schaaij voor de somma van                                            fl. 225,--

 

De totale opbrengst van de nrs. 1 t/m 17 werd onder de erfgenamen verdeeld.

 

Margaretha (Grietje) de Cocq van Delwijnen-Versteegh laat in haar testament een legaat na aan de R.K. kerk van Varik, te weten, een perceel uiterwaard, groot ca 1 bunder, 70 roeden en 31 ellen “de Pas” genaamd, gelegen te Heesselt. In dat testament is een speciale bepaling opgenomen, “dat hetzelve parceel nimmer zal mogen worden verkogt, maar dat de revenuen daarvan jaarlijks zullen worden genoten door den tijdelijken Pastor van Varik, teneinde daarvoor Missen te lezen, voor de rust der Zielen van mijnen man en kinderen en van mij zelve, mitsgaders voor de verdere naastbestaanden welke mijnen hierna te benoemen executeur zal komen op te geven”.

 

Verder is in het testament vastgelegd, “dat ingeval de Pastorie mocht komen te vervallen en niet meer bestaan, dat de revenuen zullen worden genoten door de opvolgende Pastorie en dat het perceel door de tijdelijke Pastor zal worden geadministreerd en verpacht en dat hij altijd het recht zal hebben  om zoveel van de jaarlijkse pachtpenningen in te vorderen, die hij nodig acht voor de gedane diensten in dat jaar gedaan”. Voorts benoemt zij tot haar enige en universele erfgenamen haar ondervermelde neven en nichten:

 

 

-   Cornelis Versteegh, landman, Dirk Jan Versteegh, Maaike en Cornelia Versteegh, allen

     woonachtig te Rumpt

 

-   Steven de Cocq van Delwijnen, herbergier, wonende te Driel [gehuwd met Barbara den

     Otter].

 

-   Jan de Cocq van Delwijnen, zoon van Gerardus (Gradus), landman, wonende te Rossum

-   Gijsbert de Cocq van Delwijnen, winkelier, wonende te Driel [gehuwd met Johanna

     Verhaaren].

 

 

-   Allegonda (Aaltje) de Cocq van Delwijnen, huisvrouw van Cornelis van de Laar,

     wonende te Heesselt.

 

 

-   Wilhelmina de Cocq van Delwijnen, huisvrouw van Gijsbert van Ewijk.

 

 

-   Gijsbertus Sars, bakker, Jan Sars, landeigenaar, Matthijs Sars, landman, Allegonda Sars,

     huisvrouw van Nicolaes de Reuver, de vijf laatstgenoemden wonende te Driel, alzo ieder

     in gelijke delen en ieder een 13e deel, “en bij vooroverlijden van één of meer van hen

     deselfs of derzelver wettige natelatene kind, kinderen of verdere descendenten bij repre-

     sentatie, en die ontbrekende, de Broeders of Zusters of hunne descendenten, indes over-

     ledens portie”. Margaretha benoemt tot executeur van haar testament en “tot Redderaar

     van mijnen boedel en nalatenschap” Gijsbertus Sars. (RAA:Recht.Arch.inv.nr.1696, acte

     nr.179, d.d.4-5-1824).

 

 

     Margaretha ontving uit de nalatenschap van wijlen haar neef Jan de Cocq van Delwijnen,

     polderschout en landeigenaar, een restant kooppenningen van een verkochte uiterwaard

     te Heesselt in 1823, ten bedrage van                                        fl.  526,75.

     (Not.Arch.Tiel, acte nr.23, d.d. 16-2-1825).

 

 

 

XVIII   a - 7         Jhr. Henricus de Cocq van Delwijnen

                            geb. .. Heesselt, gedoopt Varik 27-3-1746,

                            overleden vóór 1774

 

                            Doopgetuigen:  Antonius van Gameren en

                            Anna van den Bergh.

 

 

 


generatie XVIIvervolg generatie XVIII