Beschrijving van het familiewapen van het adellijk geslacht

 

 

 

De  Cocq  van  Delwijnen

 

 

 

 

‘In keel drie palen van vair en een schildhoofd van goud’

 

Zo luidde het blazoen van het wapen van het adellijk geslacht “De Châtillon” uit de gelijknamige plaats “Châtillon sur Marne”. Een latere afstammeling, Raoul (Rudolf) de Châtillon-Cocq, erfde het wapen van zijn vader en plaatste in het gouden schildhoofd een lelie van azuur. Rudolf bezat veel uit erfenis verkregen goederen in de Tielerwaard, waaronder een burcht te Rhenoy, waar hij Heer van Beesd en Rhenoy was. Door ruil met graaf Otto II van Gelre kreeg hij toestemming een kasteel te bouwen. Het kreeg de naam “De Waardenburg”. Die naam ging later op het dorp over. Rudolf werd 1e Heer van Waardenburg, Neerijnen, Opijnen enz. Hij kreeg veel nakomelingen die zich naar hun bezittingen noemden, zoals:

 

De Cocq van Waardenburg,  De Cocq van Neerijnen,  De Cocq van Opijnen,

De Cocq van Delwijnen,  De Cocq van Haeften,  De Cocq van Isendoorn,

De Cocq van Hemert,  De Cocq van Kerkwijk,  De Cocq van Bruchem.

 

Een achterkleinzoon, Danelt (Daniël) de Cocq van Delwijnen, ridder, plaatste in het gouden schildhoofd een 5- of  6-puntige ster van sabel. Het wapen luidt als volgt:

 

In keel drie palen van paalvair, een schildhoofd van goud met heraldisch rechts een vijf- of zes-puntige ster van sabel; gekroonde helm; dekkleden: keel, goud, azuur en sabel; helmteken: een uitkomende leeuw van sabel en gekroond van goud, getongd en genageld van keel. Schildhouders: Twee naar elkaar toegewende, aan beide zijden van het schild staande leeuwen van sabel, gekroond, getongd en genageld van keel.

 

“In keel drie palen van vair…” wil zeggen, dat op het rode schild (veld) drie rechtopstaande banen (palen) staan van vair. Deze palen betekenen hechtheid en karaktersterkte. Vair is een kostbaar bontwerk. De op klokjes lijkende figuren zijn een symbolische weergave van aangebrachte stukjes pels van hermelijn en eekhoorn. De Reinheid van het hermelijn was legendarisch. Men streed zich liever dood dan het wapenschild te laten bezoedelen. Later is dit vair overgegaan in “paalvair” waarbij de vairklokjes in dezelfde richting zijn geplaatst. “Een schildhoofd van goud” wil zeggen, dat het bovenste deel van het schild van goud is. Gekroonde helm: De kroon heeft normaal 4 fleurons en 4 parels. De heraldische afbeelding is 1 hele fleuron, 2 halve fleurons en 2 parels. Alleen adellijke geslachten mogen een wapen met een kroon op de helm voeren. Dekkleden: Het gebruik van dekkleden stamt uit de tijd van de kruistochten. Het doel hiervan was de felle stralen van de zon te weren. Bovendien brak zo’n fladderend stuk stof de ergste kracht van een zwaardhouw. In de strijd werden ze dan ook zwaar beschadigd. Dit gaf aanleiding tot het uitschulpen van de randen van de dekkleden waardoor de beschadiging minder opviel. Dit wapen is een van de oudste wapens van West-Europa en is afkomstig van de zogenaamde oer-adel. Van ouds staat het wapenschild hoog in aanzien en werd het een symbool van bescherming en van afweer tegen onrecht. De ridders waren de eersten, die een wapen voerden. Men moest tot ridder geslagen zijn  om een wapen te mogen voeren. In 1200 werden de wapens erfelijk.

 

Literatuur: Gelders Volksalmanak 40 (1874, 13; “Familiewapens, oud en Nieuw”, J.A. de Boo: “Heraldiek”, Bussum 1967; Neubecker: “Elseviers gids van heraldiek”, 1977.

 

 

 

 

 

Betekenis van de heraldische kleuren

 

 

Keel = Rood. Symboliek: Rood is de kleur van de deugd, liefde voor het vaderland, overwinnende kracht, triomf, heerschappij en recht.

 

Goud. Symboliek: Is de voornaamste van de twee heraldische metaalkleuren en duidt op voortreffelijkheid, verstand, aanzien, deugd, grootheid en betekent adel.

 

Zilver. Symboliek: Reinheid, wijsheid, onschuld, vreugde en gerechtigheid

 

Azuur = Blauw (niet te donker). Symboliek: Trouw, volharding, bestendigheid, deemoed en wetenschap.

 

Sabel = Zwart. Symboliek: Deemoed en dienstwilligheid, geluk, roem en edele gezindheid.